Arbeidskorting | 1 Voor de werknemer die loon uit tegenwoordige arbeid geniet, is de arbeidskorting van toepassing. 2 De arbeidskorting wordt berekend over het loon uit tegenwoordige arbeid en bedraagt: -
a. 1,810% van dat loon met een maximum van € 163, vermeerderd met: -
b. 19,679% van dat loon voorzover dit bij een tijdvakloon op jaarbasis meer bedraagt dan € 9.010, waarbij de som van de bedragen berekend op de voet van de onderdelen a en b niet meer bedraagt dan € 2.220, en verminderd, doch niet verder dan tot € 184, met: -
c. 4,00% van dat loon voorzover dit bij een tijdvakloon op jaarbasis meer bedraagt dan € 49.770. 3 Met loon uit tegenwoordige arbeid wordt gelijkgesteld: -
a. loon genoten wegens tijdelijke inactiviteit als bedoeld in artikel 628 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek , alsmede hetgeen door de werknemer met een publiekrechtelijke dienstbetrekking wordt genoten op grond van naar aard en strekking overeenkomstige regelingen, voor een tijdvak van maximaal 104 weken; -
b. loon genoten als garantieloon als bedoeld in artikel 628a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek ; -
c. loon genoten wegens tijdelijke arbeidsongeschiktheid als bedoeld in artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek , alsmede hetgeen door de werknemer met een publiekrechtelijke dienstbetrekking wordt genoten op grond van naar aard en strekking overeenkomstige regelingen en hetgeen wordt genoten ingevolge de Ziektewet; -
d. uitkeringen op grond van de Wet arbeid en zorgen aanvullingen daarop door degene tot wie de belastingplichtige in dienstbetrekking staat. |